Waarom kan de één alles eten en de ander niet?
Het is de centrale vraag in Sylvia Tara’s boek over vet. En er is nog veel meer wat je niet wist.
-
Vet is een orgaan
De meeste mensen denken dat vetweefsel de opslag is van overtollige energie. Vet, zo is gebleken uit allerlei onderzoeken van de afgelopen decennia, is een heus orgaan, net als ons hart en nieren. Het is bovendien zeer actief: op het ene moment wekt het eetlust op en op het andere moment verzadiging. Het communiceert met ons afweersystemen, versterkt onze botten en geeft hormonen af die onder meer noodzakelijk zijn voor het op gang komen van de pubertijd
- Beetje vet maakt je gezonder
Dit staat bekend als de obesitas paradox: overgewicht geeft een verhoogde kans op hart- en vaatziektes en diabetes, maar als iemand met overgewicht hierdoor getroffen wordt, is de kans groter dat die daar goed doorheen komt en ervan herstelt. Vooral onderhuids vet zou gunstig zijn, in tegenstelling tot vet rondom de organen en onder je spieren, wat juist ontstekingen veroorzaakt. Vooral bij mannen is dat goed zichtbaar als de keiharde bierbuik. Ook blijkt dat bij mensen die veel sporten niet het lage vetpercentage, maar het gedrag dat resulteert in bewegen en gezonde voeding, gezond maakt. Neem nou de sumoworstelaar, die sport veel en heeft veel vet, en is net zo gezond als andere sporters.
- Diabetes komt door ontspoord vet
Veel mensen denken dat diabetes type 2 ontstaat door overgewicht, en dus door teveel lichaamsvet. Dat blijkt niet zo te zijn. Die sumoworstelaar is ontzettend dik en kerngezond. Bij gewone mensen met overgewicht is het vet meestal niet gezond. Bij hen voert het de normale functies die het als orgaan heeft niet meer goed uit. Het lichaam is bijvoorbeeld niet meer gevoelig voor het verzadigingshormoon leptine. Het vetweefsel begint er steeds meer van te produceren, maar na een tijdje helpt dat ook niet meer. Daarom kunnen mensen met obesitas niet stoppen met eten. Het vet stimuleert ook voortdurend het immuunsysteem, waardoor er allerlei ontstekingen ontstaan.
- De ideale maat bestaat niet
Elk pondje gaat door het mondje. Wie kent die uitspraak niet! Het is niet waar dat iedereen van dezelfde calorie inname en dezelfde lichamelijke activiteit evenveel aankomt of afvalt. We hebben allemaal een eigen ideale maat, die voor het grootste deel wordt bepaalt door onze genen. Bij de één is het vetpercentage van nature hoger dan bij de ander. Gaan we daar, door af te vallen, onder zitten, dan wordt onze stofwisseling trager. Bij schaarste gaat het lichaam op de spaarstand. Het effect daarvan is enorm, wie 10% afvalt mag 22% minder calorieën tot zich nemen om op dat gewicht te blijven dan iemand die zonder af te vallen evenveel weegt. In rust is het verschil 15%, bij lichamelijke activiteit 25%. Dus je moet 8 kilometer in plaats van 6,4 kilometer rennen om evenveel calorieën te verbranden. Dat verklaart misschien eindelijk waarom jij veel meer moeite moet doen om maatje 38 te behouden dan je collega’s.
- Een virus kan je dik maken
Ooit gehoord van een virusinfectie waardoor je de rest van je leven dik wordt? Het bestaat echt. Het gaat om de zogenaamde adenovirussen die je stofwisseling kunnen veranderen. Ze versoepelen de opname van suiker en de omzetting daarvan in vet, evenals de aanmaak van nieuwe vetcellen. Ook verlagen ze de productie van het verzadigingshormoon leptine. Volgens onderzoekers heeft tot wel 30% van de mensen met flink overgewicht zo’n virusbesmetting opgelopen. Inmiddels is bewezen dat ook dieren overgewicht kunnen krijgen van bepaalde virusinfecties. Het is nu wachten op een vaccin.
- Je darmbacteriën bepalen je gewicht
Dat een gebalanceerde darmflora goed is voor je gezondheid is inmiddels wel bekend. Maar dat deze bacteriën een grote invloed uitoefenen op ons gewicht , is minder bekend. Bij laboratorium muizen is het effect enorm. Transplanteer je de darminhoud van dikke muizen naar dunne, en de dunne muis wordt dik, en vice versa. Bacteriën in de dikke darm verteren de etensresten die de dunne darm niet kan afbreken. Sommige bacteriën zijn daar beter in dan de andere. Darmbacteriën geven allerlei signalen af en maken hormonen aan die de stofwisseling beïnvloeden. Ook bij mensen is dat het geval. De verwachtingen rond het veranderen van onze darmbacteriepopulaties is wel wat getemperd want er is één heel belangrijke factor die daaraan bijdraagt, het eten van vezels uit volkorengranen, groente en fruit. We wisten al dat het gezond was.
- Vet heeft verschillende functies op verschillende leeftijden
Vet heeft uiteenlopende functies en die functies veranderen ook door het leven heen. Babyvet is bedoeld om de kleine te beschermen tegen vallen en stoten. Ook hebben baby’s relatief veel vet dat warmte produceert, zogeheten bruin vet, om niet teveel af te koelen. Tieners hebben vet nodig voor hun seksuele ontwikkeling, onder meer voor het op gang brengen van de menstruatie. Voor de voortplanting is een gezond vetpercentage nodig om zwanger te worden. Het onderhuids vet is een belangrijke bron van het hormoon oestrogeen. Vrouwelijke ronde vormen zijn niet voor niets een symbool van vruchtbaarheid. Rond je vijftigste is het vetpercentage het hoogst en kruipt het op plaatsten waar je het liever niet wilt hebben. Niet leuk, maar ook dat heeft een functie. Het beschermt mogelijk tegen ziektes, waar je op die leeftijd vatbaarder voor wordt. Naarmate je ouder wordt, val je weer af omdat ook vetweefsel langzaam aftakelt. Door voldoende te bewegen compenseer je voor dit verlies aan bescherming.
Tot slot! Gezond leven helpt echt wel. Leefstijl heeft bij de meeste mensen wel degelijk invloed op hun gewicht. Het is goed om te blijven bewegen, genoeg groente te eten en je niet te vaak te goed doen aan fastfood. Vrouwen slaan nu eenmaal sneller vet op dan mannen, maar verbranden het sneller als ze gaan sporten. Zolang je maar niet doorslaat en met een positieve manier met je gezondheid omgaat dan hoef je geen zorgen te maken. En onthoud dit, vet is niet de vijand. Meer lezen: Waarom de één wel dik wordt en de ander niet, Sylvia Tara, €19,99 Hier te koop